SV | Om al de boosheid der kinderen Israels en der kinderen van Juda, die zij gedaan hebben om Mij te vertoornen, zij, hun koningen, hun vorsten, hun priesteren, en hun profeten, en de mannen van Juda, en de inwoners van Jeruzalem; |
WLC | עַל֩ כָּל־רָעַ֨ת בְּנֵֽי־יִשְׂרָאֵ֜ל וּבְנֵ֣י יְהוּדָ֗ה אֲשֶׁ֤ר עָשׂוּ֙ לְהַכְעִסֵ֔נִי הֵ֤מָּה מַלְכֵיהֶם֙ שָֽׂרֵיהֶ֔ם כֹּהֲנֵיהֶ֖ם וּנְבִֽיאֵיהֶ֑ם וְאִ֣ישׁ יְהוּדָ֔ה וְיֹשְׁבֵ֖י יְרוּשָׁלִָֽם׃ |
Trans. | ‘al kāl-rā‘aṯ bənê-yiśərā’ēl ûḇənê yəhûḏâ ’ăšer ‘āśû ləhaḵə‘isēnî hēmmâ maləḵêhem śārêhem kōhănêhem ûnəḇî’êhem wə’îš yəhûḏâ wəyōšəḇê yərûšālāim: |
Om al de boosheid der kinderen Israels en der kinderen van Juda, die zij gedaan hebben om Mij te vertoornen, zij, hun koningen, hun vorsten, hun priesteren, en hun profeten, en de mannen van Juda, en de inwoners van Jeruzalem;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Om al de boosheid der kinderen Israels en der kinderen van Juda, die zij gedaan hebben om Mij te vertoornen, zij, hun koningen, hun vorsten, hun priesteren, en hun profeten, en de mannen van Juda, en de inwoners van Jeruzalem;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!